Toelichtingsdocument oproep 'Linkeroever klimaatneutraal tegen 2030'

Dit toelichtingsdocument geeft meer duiding bij de thematische oproep 'Linkeroever klimaatneutraal tegen 2030' van het Klimaatfonds. Dit document geldt als aanvulling op het algemeen reglement van het Klimaatfonds. Wil je een project indienen? Lees dan grondig beide documenten.

  • Ondernemers, Professionals
  • 14/06/2023, 21:59 uur

Begrippenlijst 

Duurzame stad 

De stad Antwerpen is een toonvoorbeeld op het gebied van duurzaamheid voor haar bewoners, burgers en bedrijven en zet zich daarmee nationaal en internationaal op de kaart. Een doordacht en ambitieus klimaatbeleid heeft als doelstelling om de effecten van de klimaatwijziging te verminderen of te voorkomen, en om maatregelen te nemen ter beheersing van de negatieve effecten van de klimaatverandering. 

Klimaatmitigatie 

De omvang van de klimaatwijziging zoveel mogelijk beperken door de emissies van CO2 en broeikasgassen te verminderen.  

  • Energie: het energieverbruik beperken in domeinen zoals gebouwen en energieproductie, het invullen van de energievraag met duurzaam geproduceerde energie, het inzetten op energieflexibiliteit en energiedelen. 
  • Duurzame productie- en consumptiepatronen en circulaire economie: inzetten op het gebruik van ‘eindeloze’ materialen, afvalproductie en verspilling verminderen en voorkomen, eindproducten recycleren en kringlopen sluiten. 
  • Mobiliteit: zo duurzaam mogelijk verplaatsen door in te zetten op voertuigen zonder fossiele verbranding, meer verplaatsingen met openbaar vervoer, elektrificatie van wagenparken en infrastructuur, deelmobiliteit, fietsgebruik. 
  • ... 

Klimaatneutraliteit 

Klimaatneutraliteit is het bereiken van een netto nuluitstoot van broeikasgassen, doordat de weinige overblijvende emissies gelijk zijn aan, of lager zijn dan, het volume broeikasgassen dat op natuurlijke wijze kan worden geabsorbeerd door de planeet. Een klimaatneutrale samenleving of economie produceert geen extra broeikasgassen en vult haar volledige energie- en warmtebehoefte in met duurzame, hernieuwbare bronnen. Eventuele overblijvende emissies worden elders gecompenseerd. 

Klimaatgovernance 

De klimaatwerking van de stad is ingebed in een structuur van expertgroepen en adviserende organen.  

  • De Klimaatregisseur begeleidt de stad bij de uitrol van het Klimaatplan 2030, het stedelijke actieplan om broeikasgasemissies terug te dringen met 55% in 2030. De Klimaatregisseur neemt een onafhankelijke rol op om externe stakeholders samen te brengen en afspraken te maken. De Klimaatregisseur vormt ook de brug naar stedelijke diensten, en treedt op als ambassadeur van het Antwerps klimaatbeleid. 
  • De onafhankelijke Klimaatraad adviseert het college van burgemeester en schepenen over strategische dossiers van het klimaatbeleid. De raad wordt gevormd door externe experten uit het bedrijfsleven, de academische wereld, het middenveld en burgerverenigingen. De raad wordt voorgezeten door de Klimaatregisseur. 
  • De stadsinterne klimaatkamers onderzoeken deelthema’s van het klimaatbeleid op gebied van klimaatmitigatie en klimaatadaptatie. De klimaatkamers bestaan uit stedelijke medewerkers uit die afdelingen van de stad die een impact kunnen hebben op het reduceren van emissies en klimaatveilig maken van de stad. 

Werkingskosten 

Personeelskosten (bv. loonkosten), directe projectgebonden kosten (bijvoorbeeld onderaanneming voor begeleiding, communicatiekosten) en indirecte projectgebonden kosten (bv. gebruik van ruimte en overheadkosten). 

Investeringskosten 

Kosten die gemaakt worden in functie van projectgebonden aankopen die geactiveerd en afgeschreven kunnen worden (bv. aankoop van een testinstallatie, renovatiekosten, aankoop van machines, klein materiaal). 

1. Kader van de oproep 

Klimaatplan 2030 

Het Klimaatplan 2030 staat symbool voor het toonaangevende en ambitieuze klimaatbeleid van stad Antwerpen. Het legt een kader en acties vast voor het stedelijk beleid op gebied van klimaatmitigatie en klimaatadaptatie. De overkoepelende ambitie van alle acties is het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen op het grondgebied van de stad met 50% tot 55% in 2030, vergeleken met basisjaar 2005. 

De stad bundelt in het plan acties en ambities op gebied van energiezuinig wonen, energiebesparing in diensten en industrie, hernieuwbare energieproductie, een duurzame warmtetransitie, en duurzame mobiliteit. Het plan heeft in het kader van klimaatadaptatie ook uitgebreid aandacht voor het aanpakken van wateroverlast, een duurzaam waterbeleid, verkoeling, en groenblauwe maatregelen op privaat en publiek domein. 

De stad streeft er bovendien naar om een eerlijk en inclusief klimaatbeleid te voeren, waarbij de baten en de lasten rechtvaardig worden verdeeld en waarbij niemand achterblijft. Een succesvol klimaatbeleid zorgt er immers voor dat alle doelgroepen bij de transitie worden betrokken, ongeacht financiële middelen, netwerk, kennis of vaardigheden. Vaak wonen kansarme gezinnen bijvoorbeeld in energieverslindende woningen, en betalen ze de hoogste energiefacturen. Een doordacht beleid heeft aandacht voor doelgroepen en energiearmoede, om ook die huishoudens bij de transitie te kunnen betrekken. 

Missie 100 klimaatneutrale steden 2030 

Met de Missie voor 100 Klimaatneutrale en Slimme Steden in 2030 gaat Europa op zoek naar toonaangevende steden in de strijd tegen de klimaatverandering. De Missie heeft de ambitie om 100 steden klimaatneutraal te maken in 2030. Twintig jaar eerder dus dan 2050, dat in de Europese Unie geldt als streefjaar voor klimaatneutraliteit.  

Stad Antwerpen werd binnen het kader van deze oproep door de Europese Commissie geselecteerd met het project ‘Linkeroever Klimaatneutraal 2030’. De stad streeft ernaar om Linkeroever (postcode 2050) helemaal klimaatneutraal te maken tegen 2030, via een eerlijke en inclusieve klimaattransitie die rekening houdt met de mogelijkheden van alle betrokkenen. Linkeroever kan daarbij een voorbeeld worden van sterk klimaatbeleid, voor de andere wijken in Antwerpen, en voor andere lokale overheden in Europa. De ambitie is om alle broeikasgasemissies van de wijk tot nul te herleiden via sterke partnerschappen met bedrijven en organisaties, betrokken burgers en stakeholders, innovatie en experiment, sociale en technologische innovatie, en een vooruitziend investeringsbeleid van de stad en haar partners. De stad streeft ernaar om deze hoge ambitie waar te maken, maar dit engagement is voor betrokkenen niet wettelijk bindend.  

Steden die deelnemen aan de EU Missie zullen emissies op hun grondgebied reduceren via maatregelen in de volgende zes domeinen: 

  • Energieverbruik gebouwen 
  • Productie van hernieuwbare energie 
  • Transport en mobiliteit 
  • Afvalverwerking en circulaire economie 
  • Groene maatregelen en nature-based solutions 
  • Bouw/ontwikkeling 

De stad kan voor deze uitdaging rekenen op de inhoudelijke, technische, juridische en financiële expertise van het consortium NetZeroCities, dat door Europa werd aangesteld om de Missie te leiden en de geselecteerde steden te ondersteunen. Dit Europese partnerschap geeft het klimaatbeleid van de stad en haar partners een internationaal platform, en een boost om verschillende geplande acties en maatregelen van het Klimaatplan 2030 versnellen. 

Het traject startte in het najaar van 2022. Momenteel wordt gewerkt aan het plan van aanpak,  worden de ambities op scherp gesteld, lokale partnerschappen vormgegeven en, stappen gezet om draagvlak te creëren bij inwoners en betrokken stakeholders.  

Linkeroever Klimaatneutraal 2030 

Linkeroever is in hoofdzaak een residentiële wijk, gekenmerkt door een groot aantal meergezinswoningen. Meer dan 80% van de woningen zijn appartementen. De laatste jaren is een stijging merkbaar van het aantal inwoners in de wijk, ook al ligt de gemiddelde leeftijd boven het stedelijk gemiddelde. Ook het aantal huurders tegenover eigenaars in de wijk is hoger dan gemiddeld in de stad.  

De economische activiteit en het aantal lokale bedrijfsvestigingen ligt dan weer sterk onder het stedelijk gemiddelde. Toch zorgt ook de tertiaire sector voor heel wat uitstoot. 

Het gebied wordt gekenmerkt door een open landschap, een publieke ruimte die werd ingedeeld volgens een 20e-eeuws roosterplan, en een modernistische architectuur. Het gebied Europark bestaat uit 18 hoge appartementsgebouwen, omgeven door andere modernistische private hoogbouwblokken. Grote omringende delen van de wijk bestaan uit particuliere woningen en uniforme bel-etagewoningen.  

De typologie van de wijk, met hoogbouw en gelijkvormige wijken, biedt kansen om oplossingen te vinden die nadien kunnen worden uitgevoerd in de hele stad. Stad Antwerpen wil daarom proberen om samen met eigenaars de woningen en andere gebouwen in Linkeroever, ook haar eigen patrimonium, klimaatneutraal te maken tegen 2030. Door de uniformiteit van sommige straten kan mogelijk gewerkt worden met een collectieve wijkaanpak voor zowel eengezinswoningen als appartementen.  

De stad zet in op en rekent op de inclusieve betrokkenheid van alle inwoners en belanghebbenden. Er is heel wat werk aan de winkel, zonder draaiboek en zonder gegarandeerd resultaat. Met de stad als regisseur zullen verschillende partners dus samenwerken om de uitdaging te vertalen naar een realistisch plan. Op welke samenwerkingen en projecten kan de stad verder bouwen, wat moet anders georganiseerd, en welke nieuwe samenwerkingen zijn hiervoor nodig? Wat er zeker nodig is: inspanningen op verschillende fronten, van quick-wins om de uitstoot te verminderen tot het uittesten en ontwikkelen van baanbrekende technologie en van nieuwe manieren om inwoners bij de omschakeling te betrekken. 

Om de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen af te bouwen, zullen in de wijk alle bronnen die een uitstoot van broeikasgassen veroorzaken, worden aangepakt. De prioriteiten van de stad voor deze missie liggen bij het energieverbruik van gebouwen en de productie van (hernieuwbare) energie. Verschillende projecten en beleidsmaatregelen staan reeds op de planning. Denk hierbij aan de aanleg van warmtenetten om woningen en andere gebouwen te verwarmen, all-electric scenario’s voor warmteoplossingen, koude-warmte-opslag in de bodem, de collectieve renovatie van appartementsgebouwen en uniforme woonwijken, het lokaal produceren van zon- of windenergie, digitale slimme systemen, oplossingen voor energiedelen, en het verduurzamen van de gebouwen van de tertiaire sector.  

De geplande initiatieven bieden een waaier aan kansen om net hier versneld voor een gedragen energie- en klimaattransitie te gaan. Extra aandacht gaat bovendien naar een eerlijke en inclusieve transitie in de wijk, waarbij kwetsbare doelgroepen ook toegang krijgen tot de klimaattransitie. Deze ambitieuze missie kan enkel slagen als iedereen effectief de kans krijgt om mee te doen. Ook hiervoor heeft de stad advies, begeleiding, premies en fondsen uitgewerkt, zoals het Noodkoopfonds en de energiescanwerking. 

2. Welke projecten komen in aanmerking?

Algemeen 

Met deze oproep wil stad Antwerpen projecten inhoudelijk en financieel ondersteunen die bijdragen aan de ambitie om de wijk Linkeroever klimaatneutraal te maken in 2030. De projecten moeten rechtstreeks of onrechtstreeks bijdragen aan de vermindering van de lokale uitstoot van broeikasgassen door in te spelen op 1 of meerdere hefbomen: data en technologie, sociale innovatie, beleid en regelgeving, democratische participatie, innovatieve financieringsmodellen of kennis- en capaciteitsopbouw. De oproep gaat specifiek op zoek naar toonaangevende, ambitieuze projecten die een breed lokaal bereik hebben en via hun werking, hun voorbeeldfunctie, hun technisch onderzoek of hun innovatie een aanzienlijke versnelling kunnen faciliteren in de klimaat- en energietransitie voor een groot aantal betrokkenen. 

Projecten moeten aansluiten bij een of meerdere van de volgende prioriteiten: 

  • Energieverbruik van gebouwen 
  • Productie van hernieuwbare energie 
  • Bouw en nieuwe projectontwikkelingen

De focus ligt hierbij op de residentiële sector en de tertiaire (diensten)sector

  • Projecten moeten een zo groot mogelijk aantal lokale stakeholders bereiken. De impact moet in elk geval verder reiken dan de eigen organisatie: ofwel via de rechtstreekse projectwerking, of via een potentieel tot replicatie van resultaten. Het kan gaan over bestaande lokale initiatieven die dit bereik kunnen realiseren, bestaande projecten die een dienstverlening uitbreiden naar Linkeroever, of nieuwe initiatieven. 
  • Projecten moeten aandacht hebben voor de toekomstbestendigheid en duurzaamheid van resultaten. Dit wil zeggen: projectvoorstellen moeten aantonen op welke manier de werking of resultaten een blijvende impact hebben na afloop van de ondersteuning door het Klimaatfonds.  
  • Projecten moeten inspelen op een of meerdere van de 6 hefbomen van de Europese missie 100 klimaatneutrale steden in 2030 (zie lager). 
  • Projecten moeten een impact hebben in de wijk Linkeroever, hetzij omdat de projectactiviteit zich daar afspeelt, hetzij omdat de doelgroep van het project zich daar bevindt (2050 Antwerpen). 

Types projecten 

Nieuwe samenwerkingen, onderbouwd technisch studiewerk, nieuwe dienstverleningen en meer draagvlak bij alle stakeholders kunnen de transitie structureel versnellen.  

Een projectvoorstel moet minstens 1 van volgende projectactiviteiten bevatten: 

  • Projecten die activiteiten opzetten rond kennisdeling, advies, sensibilisering, doelgroepenwerking; 
  • Technisch onderzoek als voortraject naar een uiteindelijke investering, waarvan de impact kwantificeerbaar en verifieerbaar is (meetbare of afleidbare emissiereducties); 
  • Demonstraties, praktijkimplementaties en experimenten met nieuwe technologie; 
  • Nieuwe vormen van samenwerking en draagvlakcreatie bij lokale stakeholders; 
  • Projecten die inzetten op het betrekken en/of organiseren van burgers, bijvoorbeeld door hen handvaten te geven om zich te verenigen in samenwerkingsverbanden of coöperaties; 
  • Projecten die een concrete dienstverlening aanbieden aan bepaalde doelgroepen en/of complementair zijn aan de verschillende klimaatinstrumenten van de stad, zoals collectieve renovatiebegeleiding of premies (voor een overzicht: Antwerpen voor Klimaat); 
  • Nieuwe ondersteunende instrumenten of financieringsinstrumenten die in de wijk worden uitgetest of geïmplementeerd. 

Uitdagingen 

Een hele wijk klimaatneutraal maken in 2030 is een enorme opdracht. De omvang daarvan en de uitdagingen die hiermee gepaard gaan, vereisen een andere manier van aanpakken, denken, doen en organiseren, in allerlei verschillende domeinen. De dingen blijven doen zoals vandaag, zelfs goede voorbeelden, leiden in het beste geval naar een halvering van de uitstoot in 2030. Een verandering op systeemniveau is dus nodig. Met wat we vandaag al goed doen, moet nog een stap verder worden gezet.  

De stad zoekt projecten die zoveel mogelijk aansluiten bij de grote uitdagingen die in de wijk Linkeroever worden aangegaan om klimaatneutraliteit te bereiken. De volgende lijst uitdagingen geeft een richtinggevend kader, maar is zeker niet limitatief. De stad nodigt kandidaat-indieners tijdens de indienperiode uit om deel te nemen aan begeleidingsmomenten of “coffee corners” waarbij de uitdaging van het project en de voorgestelde opstelling kunnen worden besproken en waar mogelijk verrijkt. 

  • Een grondige energetische renovatie van het volledige woningbestand. De doelstelling van de Missie is om alle woningen (eengezinswoningen en appartementsgebouwen) klimaatneutraal te krijgen. Daarbij moet de energie-efficiëntie van de gebouwen omhoog en moeten oplossingen gevonden worden voor het verduurzamen van hun energieverbruik, onder andere door het inzetten op hernieuwbare energie en elektrische warmtevoorzieningen. Appartementsgebouwen kennen hun eigen uitdagingen: veel Verenigingen van Mede-Eigenaars staan voor een complexe beslissing om te investeren in de energie-efficiëntie en duurzame energievoorziening van het volledige gebouw. De stad biedt kennis, hulp en financiële steun, maar het tempo van renovaties moet drastisch omhoog. 
  • De energietransitie toegankelijk maken voor iedereen en inzetten op optimale ontzorging. Niet iedereen heeft dezelfde toegang tot middelen en kennis om te participeren aan de energietransitie. Veel inwoners van Linkeroever zijn huurders, en kunnen niet rechtstreeks investeren, terwijl eigenaars dan weer weinig stimulans hebben om te investeren in maatregelen die de energiefactuur van de huurder doen dalen. Huishoudens in energiearmoede leven vaak in de energetisch minst efficiënte woningen en hebben geen enkele marge om te investeringen in hernieuwbare energie. 
  • Verhogen van de energie-efficiëntie en duurzaam energieverbruik in de tertiaire sector. Ook de sector van handel en diensten in Linkeroever kampt vaak met verouderde en energieverslindende gebouwen. Deze tegen 2030 klimaatneutraal krijgen, brengt eigen uitdagingen met zich mee die een andere aanpak en andere samenwerkingen vergen dan de residentiële sector. 
  • Duurzaam verwarmen voor iedereen. Warmtenetten zullen op termijn duurzame warmte transporteren naar waar ze nodig is. Linkeroever is een pilootzone voor warmtenetten en ook de eerste wijk waarvoor de stad werkt aan een warmtetransitieplan op maat. Naast de warmtenetten spelen elektrische warmtepompen daarbij een cruciale rol. Er moet echter verder worden onderzocht hoe de uitrol van warmtepompen best wordt aangepakt, welk businessmodel het meest succesvol zal zijn om ze op een sociaal aanvaardbare manier toegankelijk te maken, en welke technologische koppelingen, bijvoorbeeld met hernieuwbare energieproductie, voor de meeste emissievermindering zorgen. 
  • Grote daken en gevels toegankelijk maken voor energieopwekking. Op grote daken passen veel zonnepanelen, een potentieel dat de stad zoveel mogelijk wil benutten. Toch zijn er nog veel drempels voor eigenaars om te investeren. Om een grote sprong voorwaarts te maken in de opwekking van zonne-energie, wil de stad ondersteuning voorzien voor organisaties en bedrijven onder grote daken. De energie die op grote daken wordt opgewekt, kan mogelijk door de eigenaar gedeeld worden met andere afnemers, waardoor duurzame energie goedkoper en toegankelijker wordt. 
  • Energieopwekking op daken van eengezinswoningen. Ook bij particuliere woningen is heel wat potentieel. Bewoners krijgen via verschillende instrumenten zoals ‘Zoom in op uw dak’ al inzicht in potentieel, geschatte kosten en terugverdientijden. Toch moet ook hier een versnelling worden bereikt. 
  • Energiedelen faciliteren tussen opwekkers en afnemers, en digitale monitoring. De stad wil energiedelen tussen inwoners, bedrijven, organisaties en de lokale overheid zelf aanmoedigen. Op die manier kunnen de betrokkenen investeringskosten en opbrengsten gerelateerd aan zonnepanelen, batterijen of laadpalen, met elkaar delen. Tegelijkertijd zorgt een verwachte toename van elektrificatie, via bijvoorbeeld warmtepompen of elektrische wagens, voor extra piekbelasting van het net. Digitale oplossingen kunnen ervoor zorgen dat vraag en aanbod op elkaar worden afgestemd. Bewoners informeren over energiecoöperaties en hernieuwbare energiegemeenschappen, kan een belangrijke bijdrage leveren aan klimaatneutraliteit in de wijk. 
  • Betrokkenheid van inwoners en bedrijven op Linkeroever.  Samen maken we de klimaat- en energietransitie een realiteit. Toegang tot juiste informatie over klimaatverandering, sensibilisering en inzicht in de eigen impact, zijn daarom erg belangrijk. Inwoners en bedrijven kunnen op heel wat begeleiding en advies op maat rekenen, aangeboden door publieke of private partijen. Daarbij mag niemand uit het oog worden verloren, ongeacht verschillende beschikbaarheid van financiële middelen, kennis of capaciteit. 
  • ... 

Hefbomen 

De noodzakelijke versnelling in uitstootvermindering en stijging in hernieuwbare energieproductie, kan enkel bereikt worden als er ingezet wordt op verschillende hefbomen, die in de verschillende uitdagingen terugkomen. Er zijn minstens 6 mogelijke hefbomen die klimaatneutraliteit in 2030 kunnen helpen realiseren. Deze versterken elkaar. Ze kunnen voor kruisbestuiving tussen innovaties in de verschillende uitstootdomeinen en voor repliceerbaarheid in de rest van de stad zorgen. 

  1. Technologie en data: technologische innovaties, slimme infrastructuur, data-gedreven project- en procesmanagement, of nieuwe digitale producten en diensten, liggen aan de basis van een versnelling van de klimaatambitie. Technologische vooruitgang kan bovendien domeinoverschrijdend zijn, of vernieuwing in het ene domein kan aanleiding geven tot vernieuwing in een andere. 
  2. Sociale innovatie en gedrag: door te sturen op gedrag en samenwerking kunnen maatschappelijke innovaties ontstaan die doelgroepen met minder middelen beter bereiken. Op die manier wordt de klimaattransitie ook eerlijk en inclusief. 
  3. Beleid en regelgeving: nieuwe beleidsmaatregelen zoals premies, of de hervorming van bestaande regelgeving, bijvoorbeeld rond vergunningen, kunnen een boost geven aan duurzame investeringen en meer duurzame manieren van produceren, doen, of samenwerken. Tegelijk worden logge overlegstructuren zoveel mogelijk afgebouwd.  
  4. Financierings- en businessmodellen: nieuwe bronnen van financiering, innovatieve financieringsmodellen die kapitaal efficiënter krijgen waar het nodig is, rendabele duurzame investeringen die publiek en privaat kapitaal mobiliseren,  
  5. Democratische participatie: burgers staan vooraan in het maatschappelijk debat, ze zijn betrokken bij en hebben invloed op beleidsbeslissingen, waardoor er draagvlak ontstaat van onderuit en maatregelen die door de stad worden genomen meer effect hebben. De klimaat- en energietransitie wordt toegankelijk voor iedereen, ongeacht voorkennis, capaciteit of middelen. 
  6. Kennis- en capaciteitsopbouw: nieuwe oplossingen ontwikkeld via testopstellingen en experimenten leiden tot nieuwe inzichten en goede voorbeelden. Rond die nieuwe oplossingen creëren we een cultuur van kennisdelen en samen leren. Zo raken ze ingeburgerd en verkleint de afstand van stakeholders en eindgebruikers tot de klimaattransitie. Kennisopbouw versterkt klimaatbeleid en -projecten van alle betrokken organisaties. 

3. Wie kan een project indienen? 

Om ondersteuning te krijgen via het Klimaatfonds, moet de projectindiener een private of publieke onderneming, kennisinstelling of vereniging met rechtspersoonlijkheid zijn. Natuurlijke personen kunnen geen project indienen. 

Gezien de complexe aard van de uitdagingen richting klimaatneutraliteit worden samenwerkingen met verschillende (types) partners zeker aangemoedigd. Door kennis en expertise te delen, kunnen projecten sterker worden en aan belang en/of draagvlak winnen. Projecten kunnen dus ook met meerdere partners worden ingediend, waarbij 1 partij optreedt als hoofdindiener. Daarbij moet de onderlinge kennis en expertise van de partners zoveel mogelijk complementair zijn. 

4. Ondersteuning 

Financieel 

De regels inzake financiële ondersteuning (maximaal 80% subsidie, minimaal 20% eigen middelen) en uitbetalingstermijn vastgelegd in artikels 10 en 11 van het algemeen reglement van het Klimaatfonds gelden, met volgende extra bepalingen: 

  • Zowel werkingskosten als investeringskosten komen in aanmerking voor deze toelage; 
  • De ondersteuning voor investeringskosten wordt in principe enkel uitbetaald na ontvangst van facturen en na goedkeuring van deze facturen door stad Antwerpen. Voor deze oproep kunnen voor de uitbetaling van investeringskosten tussentijdse facturen worden ingediend via duurzame.stad@antwerpen.be gedurende de looptijd van het project, voor een maximum van 50% van het totale toegekende investeringsbedrag. De uitbetaling van het resterende investeringssaldo gebeurt bij de eindafrekening van het project volgens de bepalingen vastgelegd in artikels 11 en 13 van het algemeen reglement van het Klimaatfonds
  • Voor deze oproep wordt een totaalbudget van 200.000,00 euro voorzien voor alle projecten samen.  

De minimumsubsidie per goedgekeurd project bedraagt 30.000,00 euro. 

De maximumsubsidie per goedgekeurd project bedraagt 50.000,00 euro.  

Inhoudelijke ondersteuning en samenwerking met de stad 

Begeleiding: aan elk project wordt een ‘meter’ of ‘peter’ vanuit de stedelijke diensten toegewezen. Deze volgt de voortgang van het project mee op vanuit de stad, biedt stedelijke kennis ter zake aan en is het eerste aanspreekpunt voor specifieke noden zoals stadsbrede communicatie. Deze begeleiding is op vraag en is afhankelijk van de beschikbaarheid van expertise en middelen bij de stad. 

Communicatie: projecten worden uitgenodigd om deel te nemen aan de communicatie die vanuit Antwerpen voor Klimaat en het Klimaatfonds wordt opgezet. Uiteraard blijven projectleiders zelf eigenaar van hun project en is er een akkoord nodig van de projectleiders over de inhoud van de communicatie vanuit de stad. 

Netwerk: de stad Antwerpen heeft naast haar interne kennis en werking een uitgebreid expertisenetwerk rond klimaatmitigatie. Ze werkt met verschillende partners samen om de uitstoot in de stad te verminderen, via instrumenten zoals de uitrol van warmtenetten, collectieve renovaties of begeleiding van doelgroepen. De stedelijke klimaatwerking bestaat uit verschillende stakeholders waaronder de Antwerpse Klimaatregisseur, de verschillende districten en de betrokken stadsdiensten. Extern wordt er onder andere samengewerkt met de Vlaamse Overheid, publieke en private partners, en Antwerpse verenigingen. Per project kan bekeken worden hoe dit netwerk kan ingezet worden ter versterking van het project. 

5. Ontvankelijkheidscriteria en beoordelingscriteria  

Bij de selectie van de projecten wordt de maatschappelijke meerwaarde van het project afgetoetst aan de maatschappelijke investering. Het selectieproces wordt uitgevoerd door een onpartijdige jury, aan de hand van een objectief selectiekader, zoals vastgelegd in artikel 9 van het algemeen reglement van het Klimaatfonds

De ontvankelijkheidscriteria vastgelegd in artikel 8 van het algemeen reglement van het Klimaatfonds gelden, met als bijkomende voorwaarden: 

  • de minimale gevraagde subsidie moet 30.000,00 euro bedragen; 
  • het project moet op een of meerdere van de 6 hefbomen inspelen, beschreven in artikel 2 van dit toelichtingsdocument. 
  • De beoordelingscriteria Impact en Kwaliteit, vastgelegd in artikel 9 van het algemeen reglement van het Klimaatfonds, gelden, met als bijkomende boordelingscriteria: 
    • Hefboom 
    • Termijn 2030 
    • Toegevoegde waarde van de subsidie voor de indiener 

Deze samenvattende tabel licht alle beoordelingscriteria toe en koppelt er een gewicht aan voor de evaluatie. 

 

CRITERIUM 

TOELICHTING 

GEWICHT 

Impact (de mate waarin het project bijdraagt aan de doelstellingen van de oproep) 

Strategisch project: de verwachte resultaten zijn concrete realisaties of implementaties of faciliteren concrete realisaties, en dragen in sterke mate direct (rechtstreekse reducties) of indirect (zoals verbreding draagvlak of opschaalbaarheid) bij aan emissiereducties in de domeinen gebouwen, energie of projectontwikkelingen. Waar mogelijk wordt de impact gekwantificeerd (meetbare of afleidbare emissiereducties). 

25 

Vernieuwend karakter: het project is vernieuwend op gebied van product, dienst, organisatie of samenwerking. 

10 

Hefboom: de voorgestelde hefboom is doeltreffend in het realiseren van emissiereducties in de domeinen energieverbruik gebouwen, productie van hernieuwbare energie, of bouw en ontwikkeling. Het is duidelijk op welke manier de hefboom bijdraagt aan de doelstellingen van het project. 

10 

Termijn 2030: het project realiseert ook na afloop blijvende impact in de wijk Linkeroever of stadsbreed. Dit kan op verschillende manieren worden aangetoond, zoals: het inbouwen van een investeringsbeslissing na afloop van het project, het replicatiepotentieel van de projectresultaten, het duurzaam verankeren van kennisopbouw of capaciteitsversterking, de terbeschikkingstelling van ontwikkelde instrumenten, de garantie op het verderzetten van een werking of dienstverlening, het opschalen van resultaten… 

15 

Kwaliteit (de algemene kwaliteit van het projectvoorstel, de partners en de samenwerking) 

Haalbaarheid: het doel, de nodige middelen, het stappenplan met timing en de bijhorende mijlpalen zijn duidelijk geformuleerd en haalbaar binnen de looptijd van het project. 

15 

 

Communicatieplan: het communicatieplan is helder uitgewerkt, betrekt de relevante partners en stakeholders en sluit aan bij het stappenplan. 

Engagement, ervaring en expertise: uit het dossier blijkt de aanwezigheid van voldoende engagement, ervaring en expertise van de projectpartners in verhouding tot de complexiteit van het project. 

10 

Samenwerking en participatie: er wordt waar relevant en mogelijk samengewerkt met actoren (bedrijf, burger, middenveld, kennisinstelling…) die geen deel uitmaken van het partnerschap, en het project betrekt deze op een inclusieve manier om de doelstellingen te bereiken. Het project doet waar nodig beroep op ondersteuning door de stad. Deze gevraagde ondersteuning vertegenwoordigt een beperkte en haalbare tijdsinvestering door de stad. 

Toegevoegde waarde van de subsidie 

In welke mate toont de indiener dat de steun een stimulerend effect heeft en bijdraagt aan de inperking van de risico’s verbonden aan de uitvoering van het project? 

6. Procedure, planning en timing 

Stap 1: Lancering 

De stad lanceert de oproep in maart 2023 via haar eigen communicatiekanalen en die van haar partners. 

Stap 2: Indieningsfase 

In deze fase kan de kandidaat een projectaanvraag indienen. De stad stelt hiervoor een template ter beschikking. De stad voorziet tijdens deze periode begeleiding door middel van een informatiemoment en één of meerdere begeleidingsmomenten om bestaande ideeën af te toetsen met de stad en te verrijken. Door ideeën op deze manier te laten rijpen en de link met de stedelijke doelstellingen te versterken, kunnen de slaagkansen van het projectvoorstel verbeteren. De indieningsfase loopt van 24 maart 2023 tot en met 14 juni 2023

Stap 3: Ontvangst dossiers en controle op ontvankelijkheid 

De ontvangst en de ontvankelijkheid van een projectvoorstel worden door de stad bevestigd binnen een termijn van 15 kalenderdagen. Deze termijn is een richttermijn. Wanneer een projectvoorstel in functie van de ontvankelijkheidsvoorwaarden onvolledig is, kan aan de projectindiener binnen deze termijn worden gevraagd om het dossier aan te vullen. Projecten dienen ten laatste te worden ingediend op 14 juni 2023. Hiervoor wordt online een template ter beschikking gesteld. 

Stap 4: Selectiefase 

Een adviescommissie beoordeelt de (ontvankelijke) ingediende projectvoorstellen en brengt een gemotiveerd advies uit aan het college van burgemeester en schepenen, dat de eindbeslissing neemt over de goed te keuren projecten. De selectie gebeurt conform artikel 9 van het algemeen regelement van het Klimaatfonds en de beoordelingstabel in artikel 5 van dit toelichtingsdocument. 

Stap 5: Bekendmaking en opstart 

Na goedkeuring worden alle projectindieners ingelicht over het resultaat. Over de winnende projecten zal na de zomer worden gecommuniceerd via een stedelijk persbericht en de stedelijke communicatiekanalen. Elk project start met een kennismakingsvergadering met de meter/peter. 

Stap 6: Projectuitvoering en opvolging 

Projecten duren maximaal 2 jaar. De indiener is trekker van het project en is verantwoordelijk voor de uitrol. Tijdens de uitvoering van een project worden er tussentijdse mijlpalen bepaald. Deze zijn door de stad vastgelegd op 6 maanden, 1 jaar en 2 jaar. Minstens op deze mijlpalen wordt het project besproken met de meter/peter. De stad heeft het recht de toelage of een deel ervan terug te vorderen, als blijkt dat de projectindiener (en dus de toelageontvanger) zich niet gehouden heeft aan de voorwaarden en de aangegane engagementen. 

Stap 7: Afronden project 

De stad voorziet een gezamenlijk leermoment met alle participanten van de oproep. Projecten worden maximaal 2 jaar na opstart beëindigd. De afronding en eindafrekening worden voltooid via het indienen van een eindverslag conform artikel 13 van het algemeen reglement van het Klimaatfonds.  Na afronding kan aan de projectuitvoerders gevraagd worden om de resultaten toe te lichten op toekomstige infosessies en workshops in kader van het Klimaatfonds. 

 

Iets fout of onduidelijk in dit artikel

Laat het ons weten