Reglement Oproep Bedrijfssites van de Toekomst

1. Definities

In dit reglement hebben de onderstaande termen de ernaast vermelde betekenis:

Noodoverloop: een voorziening die aangesproken wordt als de buffervolume niet toereikend is en wateroverlast voorkomt.

Buffervolume: nuttig waterbergend volume tussen noodoverloop en het laagste punt waar water kan blijven staan.

Combinatie-ingrepen: combinatie-ingrepen zijn ingrepen waarbij zowel op klimaatadaptatie als op klimaatmitigatie wordt ingezet, zoals een bio solar roof waar zonnepanelen worden gecombineerd met een groendak.

Expertenadvies: extern advies en expertise die geboden worden tijdens de ontwerpfase aan de geselecteerde kandidaten. Het expertenadvies is op maat van en in samenspraak met de kandidaat om de plannen inzake klimaatrobuustheid en/of biodiversiteit te versterken. De omvang en intensiteit verschilt van project tot project.

FLL-gekeurd substraat: een substraat dat voldoet aan de richtlijnen 'Dachbegrünung', vastgesteld door Forschungsgesellschaft Landschaftsentwicklung Landschaftsbau (FLL) en hier een keuringslabel voor draagt.

Gebruikersequivalent (GE): het aantal gebruikers waarop een gebouw voorzien is. Afhankelijk van de functie van een gebouw wordt de GE bepaald op basis van het aantal slaapkamers, medewerkers, leerlingen, bedden, gastenplaatsen, opgediende maaltijden, bezoekers. Het gebruikersequivalent kan dus afwijken van het actuele aantal bewoners.

Groendak: een dak bedekt met vegetatie en een aantal onderliggende lagen die nodig zijn voor de ontwikkeling van deze vegetatie en de opslag van regenwater.

Inheems plus (inheems+): beplanting, die inheems is in Vlaanderen en waarvan Vlaanderen dus in het natuurlijk verspreidingsgebied ligt of een cultuurvariëteit is van een inheemse soort (bv. langer bloeiende vorm) maar niet-invasief. (Zie https://www.ecopedia.be - om na te gaan of een wilde plantensoort inheems of geïntroduceerd is en https://www.ecopedia.be/pagina/uitheemse-invasieve-planten - voor de lijst invasieve planten van Natuur en Bos.)

Klimaatadaptatie: aanpassing van natuurlijke en menselijke systemen aan de huidige en de te verwachten gevolgen van klimaatverandering. Een resultaat van klimaatadaptatie is klimaatbestendigheid of klimaatrobuustheid.

Klimaatadaptatie bonussen: de toelageregeling moedigt het verhogen van de impact van de genomeningrepen aan. Ingrepen die verdergaan dan basisingrepen, komen in aanmerking voor één of meerdere klimaatadaptatie bonussen: 1. natuurbonus: voor het verhogen van de positieve impact op biodiversiteitdoor het toepassen van soortenrijke beplanting. 2. waterbonus: voor het verhogen van de positieve impact van de ingrepen op waterveiligheid en droogtebestendigheid door het toevoegen van extra waterberging, -buffering, -vertraging, -verdamping en/of hergebruik.

Klimaatingrepen: bouwkundige of landschapsingrepen die helpen bij het klimaatbestendig inrichten van infrastructuur of omgeving. De ingrepen kunnen zowel inspelen op klimaatadaptatie (zoals de aanleg vaneen wadi, een groengevel, creëren van schaduw door aanplanting van bomen,…), klimaatmitigatie (zoals het leggen van zonnepanelen) of een combinatie van beiden.

Klimaatmitigatie: tegengaan of beperken van klimaatverandering door het reduceren van de broeikasgasuitstoot.

Beplanting: gewas waarmee de grond of groeisubstraat is begroeid, waaronder bomen, heesters, klimplanten, dwergstruiken, een- en tweejarigen, vaste planten (zoals varens, kruiden, grassen) en bloembollen.

Groene gevel: beplanting op of voor een gevel, met als doel te zorgen voor verkoeling door evapotranspiratie en schaduwwerking. Mogelijke vormen zijn onder andere zelf hechtende klimplanten(direct op gevel), klimplanten geleid langs raster, klimhulp of groeihek, en leibomen tegen muren (de grondgebonden systemen) of beplanting in een substraat tegen de gevel (niet-grondgebonden systemen).

Hemelwaterafname: een basisvolume aan regenwater dat dagelijks nodig is om de gebruikers van een gebouw (gebruikersequivalent) van voldoende regenwater te voorzien voor één kraan type en één toesteltype. Bij een grotere dagelijkse afname uit de hemelwaterput dan de basis afname door het aansluiten van extra toestellen, spreken we over een 'grotere' afname.

Hemelwatertank of -reservoir: reservoir voor het opvangen en opslaan van hemelwater voorhergebruik. Ook een dynamisch retentiedak waaruit structureel hemelwaterhergebruik gebeurt, wordt beschouwd als een hemelwatertank.

Infiltratie: proces waarbij hemelwater dat van dakoppervlakken en/of particuliere verharde oppervlakken afstroomt in de bodem sijpelt.

Bedrijfssite: een bedrijfssite is een locatie (terrein) of faciliteit (gebouw) waarop een bedrijf haaractiviteiten heeft gevestigd.

Klimaatrobuust: klimaatrobuust betekent dat de infrastructuur is aangepast om de impact van klimaatverandering te verminderen en zich aan te passen aan de veranderende klimaatomstandigheden. Er is ruimte voor hemelwaterbeheer zoals hergebruik van regenwater of infiltratiekommen, voorhittebestrijding zoals ontharden en vergroenen, de aanplanting van bomen of de aanleg van groendaken, en voor biodiversiteit zoals natuurvriendelijke beplanting.

Ontharden: weghalen van verharde oppervlakken inclusief funderingen en onder-funderingen zodat de bodem weer doorlaatbaar wordt. Zo ontstaat ruimte voor groen en regenwater.

Ontwerptoelage: een toelage die kan worden ingezet voor het professioneel ontwerpen van klimaatingrepen of deelname aan de trajectbegeleiding door de stad aangeboden in het kader van ‘Bedrijfssites van de toekomst’.

Plat dak: een dak met een hellingsgraad lager dan 15°.

Project: een in de tijd beperkt voorstel van activiteiten en ingrepen die een kandidaat aan het leertraject indient als voorstel om zijn bedrijfssite klimaatbestendig te (her)inrichten.

Retentiedak: een dak waar het regenwater op blijft staan al dan niet onder of in de afwerkingslaag. 1. Bij een 'statisch' retentiedak wordt een laag water tijdelijk gebufferd doordat de overstort hoger geplaatst is. Het regenwater stroomt vervolgens geleidelijk af door een extra geknepen (versmalde) afvoer. 2. Een 'dynamisch' retentiedak is voorzien van een besturingssysteem dat op basis van weersvoorspellingen zorgt dat het water geloosd wordt voor een bui.

Schoon verhard oppervlak: dakoppervlakken (geen asbest), groendaken inbegrepen, en/of particuliere erfverhardingen waarvan het hemelwater dat afstroomt, als proper kan worden beschouwd.

Soortenrijke beplanting: gevarieerde beplanting van verschillende plantensoorten met extra aandacht aan beplanting die voedsel (nectar, stuifmeel, vruchten), nest- of schuilplaatsen biedt aan dieren.

Substraat: natuurlijk (niet-chemisch) product dat zorgt voor structuur en voor de opslag van water, luchten voedingsstoffen (minerale elementen en organische stoffen) in functie van de gewenste vegetatie. De substraatlaag is de bewortelbare ruimte, waaruit de vegetatie haar voedingsstoffen haalt.

Trajectbegeleiding: advies en ondersteuning aan de kandidaten in de ontwerpfase van hun project.

Vergroenen: aanbrengen van beplanting waar men onthardt, (bovengrondse) infiltratievoorziening aanlegt, op dakverhardingen of aan gevels.

Verhard oppervlak: daken, verharde buitenruimte, terrassen, waarvan hemelwater tot afstroming komt.

Waterdoorlatende en waterpasserende verharding: een verharding waardoor hemelwater naar de bodem kan infiltreren.

2. Ingangsdatum

Dit reglement gaat in op 30/04/2024.

3. Einddatum

Dit reglement eindigt op 31/12/2025.

4. Doel van de ondersteuning

De ondersteuning wil bedrijven aanzetten om hun bedrijfssite klimaatrobuust te (her)inrichten door in te zetten op gebruik en infiltratie van hemelwater, ontharden en vergroenen, aanleggen van groendaken en groengevels. Hierdoor worden hittestress, wateroverlast en verdroging tegengegaan en de biodiversiteit verhoogd. De stad wil bedrijven inspireren, informeren en begeleiden bij het klimaatrobuust maken van hun bedrijfssite. Met dit leertraject wil de stad bovendien een aantal concrete projecten realiseren die als demosites kunnen fungeren.

In een eerste fase, de ontwerpfase, bestaat de ondersteuning van de stad uit volgende onderdelen:

• begeleiding bij het scherpstellen van ambities op vlak van klimaatingrepen, bij de opmaak van een projectvisie en het concretiseren van de klimaatingrepen in een ontwerp;
• onderzoek naar de maatschappelijke kosten en baten van de voorgestelde klimaatingrepen;
• gespecialiseerd advies om de impact van de voorgestelde klimaatingrepen te maximaliseren (geschiktheid klimaatingrepen, inzet van verschillende innoverende technieken en systemen) Dit advies wordt verleend door een expert in het thema. Een expert waterbeheer wordt ingezet bij klimaatingrepen met een focus op infiltratie en hergebruik van hemelwater en ondersteunt bijvoorbeeld bij de dimensionering van de hemelwatertank of het infiltratiesysteem;
• een ontwerptoelage.

Tijdens de tweede fase van het leertraject komen bedrijven in aanmerking voor een investeringsondersteuning om de voorgestelde klimaatingrepen te realiseren. Deze realisaties dienen na afloop van het leertraject als inspirerende voorbeelden voor andere bedrijven die aan de slag willen.

Voor beide fasen is een apart selectiemoment voorzien. Een kandidaat dient zich voor elke fase apart in te schrijven om te kunnen worden geselecteerd.

5. Ondersteuningsverstrekker

De ondersteuning wordt verstrekt door stad Antwerpen.

6. Wie komt in aanmerking voor de ondersteuning?

Rechtspersonen, voor zover zij eigenaar of houder zijn van zakelijke rechten van een perceel op het grondgebied van stad Antwerpen.

Huurders komen ook in aanmerking op voorwaarde dat ze de schriftelijke toestemming hebben van de eigenaar of houder van de zakelijke rechten voor de activiteiten of werken die worden uitgevoerd in het kader van het leertraject.

Een groep kan één aanvraag indienen waarbij de indiener, rechtspersoon, een volmacht heeft van de andere deelnemende eigenaren of rechtenhouders.

De kandidaat aan het leertraject verklaart op eer te voldoen aan de staatssteun- en de-minimisregels. Dit wil zeggen dat de onderneming verklaart op het moment van toekenning van ondersteuning in het kader van dit leertraject niet meer dan 300.000,00 euro de-minimissteun te hebben ontvangen over de laatste drie jaren.

7. Wat ondersteunen we?

Deze ondersteuning kan worden aangevraagd door bedrijven die klimaatingrepen willen uitvoeren op hun bedrijfssite (terrein en/of gebouw). Er wordt minimaal een oppervlakte van 100m² aangepakt en de ingrepen voldoen minimaal aan een aantal technische voorwaarden.

Onder klimaatingrepen verstaan we volgende basisingrepen in de volgende categorieën:

1. ontharden en vergroenen van verharde oppervlakken;

2. vergroenen van dakverhardingen;

3. vasthouden, beheren en hergebruiken van hemelwater vanop dakverhardingen;

4. ter plaatse vasthouden en infiltreren van hemelwater vanop verhardingen;

5. aanplanten van bomen of gevelbeplanting of het creëren van schaduw.

Algemene voorwaarden

• De ingrepen worden na realisatie in stand gehouden en doelmatig onderhouden gedurende minstens 10 jaar na oplevering, inclusief het vervangen van mislukte aanplantingen of herstellen van werken. Bij verkoop of overdracht van de zakelijke rechten op het perceel wordt die verplichting in de authentieke akte opgenomen;
• De kandidaat voert op een oppervlakte van tenminste 100 m² basisingrepen uit. Combinatie-ingrepen en samenwerking met andere perceeleigenaars is mogelijk om deze eis van minimale oppervlakte te behalen;
• De ingreep is uitgevoerd volgens de regels van goed vakmanschap;
• Voor ingrepen waarbij wordt onthard en vergroend, of water wordt geïnfiltreerd, geldt dat de kandidaat zelf verantwoordelijk is voor het adequaat beheren van zijn of haar hemelwater zonder dat er nadelige gevolgen bij omliggende percelen ontstaan. Hiertoe dient de subsidieaanvrager te onderzoeken of de bodemopbouw voldoende is om hemelwater te laten infiltreren;
• Enkel kosten die onder een van de 5 basisingrepen vallen komen in aanmerking voor vergoeding via de investeringsondersteuning alsook noodzakelijke maatregelen in het kader van de klimaatrobuustheid zoals stabiliteitswerken of investeringen in klimaatrobuuste installaties voor hergebruik of infiltratie van hemelwater, ontharden en vergroenen, aanplantingen voor hittecomfort, aanleggen van groendaken;
• Per kandidaat kan er slechts één project worden ingediend;
• De investeringsfase start ten laatste in oktober 2025.

Specifieke voorwaarden voor de investeringsfase:

1. Ontharden en vergroenen van verharde oppervlakken:

• de opgebroken (open) verharding en eventuele onderliggende lagen (bv zandcement, aangedrukte aarde) zijn vervangen door kwalitatieve teelaarde, aangepast aan de beplanting;
• het onthard en vergroend oppervlak wordt volledig meegeteld, behalve het oppervlak bedekt met waterdoorlatende of waterpasserende verhardingen (zoals grastegels, steenslag, klinkers met brede voeg) al dan niet met beplanting in verwerkt.

2. Vergroenen van dakverhardingen:

• de subsidieaanvrager is zelf verantwoordelijk voor de bouwkundige staat van het gebouw en de draagkracht van de dakconstructie;
• indien de ruimte eronder wordt verwarmd, is het dak geïsoleerd. De warmteweerstandscoëfficiënt R van het isolatiemateriaal op het dak bedraagt minimum 4,5 m²K/W;
• minimum 35 liter buffervolume per m² (op het totale pakket berekend, dus buffervolume substraat inbegrepen);
• over de volledig aangelegde oppervlakte is minstens (van onder naar boven) een wortelwerende laag, een draineer- (bij plat dak), substraat- en een beplantingslaag aanwezig;
• de substraatlaag is minstens 6 cm dik, FLL-gekeurd en bestaat uit niet-chemisch materiaal (bijvoorbeeld geen minerale wol of steenwol);
• het gebruik van sedum cassettes is niet toegestaan.

3. Vasthouden, beheren en hergebruiken van hemelwater vanop dakverhardingen:

• enkel van schone dakoppervlaktes (groendak mag, dak met asbest niet);
• dagelijkse afname is verzekerd door het aansluiten van minimum één kraan en één toestel (bv. toilet, wasmachine) of gebruik van het opgevangen hemelwater in het productieproces;
• de inhoud van de hemelwatertank is afgestemd op de grootte van het afwaterend oppervlak én de afname met als rekenparameters:
• het aantal gebruikersequivalent volgens bijlage 1;
• minimum 50 liter per m² aangesloten dakoppervlak;
• een jaarlijkse dekking van minimaal 95%;
• voor de dimensionering wordt het afwaterend oppervlak volledig en, in voorkomend geval, het aangesloten groendak voor 50% meegeteld.
• de hemelwatertank wordt zo ontworpen en geïnstalleerd dat hergebruik heel het jaar door mogelijk is;
• de aangesloten kranen dragen een label 'geen drinkwater';
• er is geen contact tussen de hemelwaterleiding en de drinkwaterleiding zodat het hemelwater niet in de drinkwaterleidingen terecht kan komen.

4. Ter plaatse vasthouden en infiltreren van hemelwater vanop verhardingen:

• de ondersteuning is enkel van toepassing op verharde oppervlaktes waarvan het afstromend water in de bestaande situatie werd geloosd in het openbare rioolstelsel of oppervlaktewater en waarvan het water voortaan naar de infiltratievoorziening zal afwateren;
• een minimaal buffervolume van 25 liter/m² aangesloten verharde oppervlakte;
• een minimale infiltratie van 4 m² infiltratieoppervlak / 100 m² aangesloten verharde oppervlakte (berekend volgens bijlage 2);
• het afwaterend oppervlak wordt volledig meegeteld;
• in geval van een ondergrondse infiltratievoorziening krijgt die een plaats buiten de wortelzones van bomen en struiken.

5. Aanplanten van bomen of gevelbeplanting of het creëren van schaduw:

• de groeiplaats van een boom wordt gekozen rekening houdend met de buren en wettelijke voorschriften. In het bijzonder wordt verwezen naar artikel 3.133 van het Burgerlijk Wetboek: alle beplantingen moeten minimaal op de hierna bepaalde afstanden van de perceelsgrens staan:
  • bomen die minstens 2 meter hoog zijn: 2 meter te rekenen vanaf het midden van de voet van de boom;
  • andere bomen, struiken en hagen: een halve meter.
     
• Minimaal moet er voldoende wortelruimte aanwezig zijn in de ondergrond om te kunnen uitgroeien tot een gezonde boom.
• Indien er wordt gekozen voor een niet-grondgebonden groene gevelsysteem dan werkt het irrigatiesysteem op basis van hemelwater.

Ook combinatie-ingrepen waarbij wordt ingezet op klimaatadaptatie en klimaatmitigatie, zoals bio solar roofs of multifunctionele overkappingen op parkeerterreinen waarbij schaduw wordt gecreëerd en energieopgewekt, komen in aanmerking voor de ondersteuning.

Klimaatadaptatie bonussen:

Bijkomend moedigt de ondersteuning het verhogen van de impact van de genomen ingrepen aan door een extra bonus te geven voor het bereiken van een hoger kwaliteitsniveau. Nieuwe ingrepen die verdergaan dan de hierboven beschreven klimaatingrepen, komen in aanmerking voor één of meerdere klimaatadaptatiebonussen voor het verhogen van de positieve impact.

Natuurbonus voor het verhogen van de positieve impact van de klimaatingrepen op vlak van biodiversiteit door het toepassen van soortenrijke beplanting. De minimale voorwaarden zijn:

• minstens 40 % van de toegepaste plantsoorten zijn inheems plus;
• geen enkele plantsoort is dominant (met een bedekking > 50 %);
• er worden geen invasieve uitheemse soorten toegepast;
• de beplanting is gelaagd (bijvoorbeeld bodembedekkers met hogere vaste planten of met heesters) om zo een diverse leefomgeving te creëren voor dieren.

Waterbonus voor het verhogen van de positieve impact van de klimaatingrepen op vlak van waterveiligheid en droogtebestendigheid door het toevoegen van extra waterberging, -buffering, -vertraging, -verdamping en -hergebruik. De minimale voorwaarden zijn:

• bij een grotere afname uit de hemelwatertank dan de basisafname:

o moet aangetoond worden waar de extra afname voor dient en dat de tank groot genoeg is voor deze grotere afname;

o komt het besproeien van groene buitenruimtes niet in aanmerking;

• het groendak of retentiedak buffert minstens 70 liter/m² hemelwater;
• de infiltratievoorziening heeft minstens:
  • 80 liter buffervolume per m² aangesloten verharde oppervlakte en
  • 12,8 m² infiltratieoppervlak per 100 m² aangesloten verharde oppervlakte (volgens Bijlage 2) waarbij voor de dimensionering de aangesloten oppervlakte volledig wordt meegeteld;
     
• er wordt een niet-grondgebonden groene gevelsysteem geïnstalleerd dat op hemelwater werkt.

Hoe meer kwaliteit gecreëerd wordt op vlak van klimaatadaptatie, hoe groter de voordelen en de ondersteuning waarop beroep kan worden gedaan. Vergunning plichtige ingrepen kunnen ook genieten van een klimaatadaptiebonus wanneer de ambitie en de uitvoering groter is dan het wettelijk opgelegde.

8. Aanvraag

Er zijn 2 selectiemomenten: een voor de kandidaatstelling voor de ontwerpfase van het leertraject en een voor de kandidaatstelling voor een investeringsondersteuning. De kandidaatstelling voor de ontwerpfase wordt afgesloten op 8 juli 2024. Bij onvoldoende respons kan er een tweede indieningsmoment worden voorzien tussen 29 augustus en 14 oktober.

In de loop van 2025 wordt een oproep voor de investeringsfase gelanceerd. Bij die oproep wordt een duidelijke afsluitdatum gecommuniceerd.

1. Selectieprocedure ontwerpfase van het leertraject

Kandidaatstelling ontwerpfase

In de ontwerpfase van het leertraject willen we zo veel mogelijk bedrijven bereiken. We zijn op zoek naar bedrijven die aan de slag willen gaan om hun bedrijfssite klimaatrobuust te (her)inrichten. De selectiecriteria zijn dan ook laagdrempelig gekozen in functie van de motivatie van de kandidaat en de geschiktheid van de projectsite.

Bij de kandidaatstelling wordt gevraagd naar:

· basisgegevens: naam en adres van de indiener, naam en contactgegevens van de projectverantwoordelijke, bankrekeningnummer, ondernemingsnummer. Deze gegevens zullen uitsluitend worden gebruikt in uitvoering van dit reglement;

· de bestaande toestand op basis van één of meerdere foto’s, een schets of plan;

· een korte visietekst waarin ambities van het project en visie op vlak van klimaatadaptatie worden aangehaald. De kandidaat geeft ook aan hoe het project past binnen de visie en missie van het bedrijf;

· een ruwe timing en indien beschikbaar reeds ondernomen stappen, een ontwerpschets of projectplan;

· motivatie om deel te nemen aan het leertraject;

· beschrijving van de maatschappelijke voordelen en wie er bij de uitwerking en realisatie van dit project baat zou hebben.

Na de kandidaatstelling wordt met de kandidaten een gesprek gevoerd door een vertegenwoordiger van de beoordelingscommissie.

Selectie ontwerpfase

Een voorstel tot selectie van de maximaal 5 weerhouden kandidaten voor de ontwerpfase wordt aan het college voorgelegd binnen 12 weken na de uiterste datum van kandidaatstelling, en dit op basis van onderstaande criteria:

1. Visie (25%)

· De toekomstvisie op vlak van klimaatadaptatie meer bepaald op vlak van hemelwaterbeheer en groen op de site, eventueel in combinatie met energetische ingrepen;

· De verankering van het plan in het toekomstig gebruik van het gebouw of het bedrijfsterrein;

2. Projectpotentieel en realisatie (25%)

· Het potentieel op vlak van klimaatadaptatie;

· De haalbaarheid van de realisatie van klimaatingrepen in de investeringsfase in 2025 (timing);

3. Motivatie en draagvlak (25%)

· Draagvlak voor het project bij de eigenaar, projectverantwoordelijke, de ontwerper van het project en de eindgebruikers;

· Financieel draagvlak voor de realisatie van de klimaatingrepen binnen het project;

4. Impact (25%)

· Wie heeft er baat bij de klimaatingrepen?

· Welke impact is er te verwachten op basis van de projectambities?

Op basis van bovengenoemde criteria wordt een score toegekend aan elke kandidaat, waarna een ranking wordt opgesteld. Er worden maximaal 5 kandidaten geselecteerd.

 

2. Selectieprocedure voor de investeringsfase

Kandidaatstelling investeringsfase

De kandidaat dient zijn schriftelijke kandidatuur in op basis van het digitale inschrijvingsformulier dat ter beschikking wordt gesteld door de stad Antwerpen. In dit formulier wordt gevraagd naar:

· basisgegevens: naam en adres van de indiener, naam en contactgegevens van de projectverantwoordelijke, bankrekeningnummer, ondernemingsnummer. Deze gegevens zullen uitsluitend worden gebruikt in uitvoering van dit reglement;

· de opgemaakte ontwerpplannen van het project;

· de stedenbouwkundige vergunning indien van toepassing;

· klimaatuitdagingen van het project op vlak van klimaatadaptatie meer bepaald hemelwaterhergebruik en -infiltratie, ontharding en vergroening, aanleg groendaken en biodiversiteit;

· een visietekst waarin de ambities van het project en de visie op vlak van klimaatadaptatie worden aangehaald. De kandidaat geeft ook aan hoe het project past binnen de visie en missie van het bedrijf;

· de motivatie en het draagvlak bij de betrokken actoren;

· een inschatting van uitvoering qua timing en kosten met toelichting van de niet door de wet verplichte kosten voor de klimaatingrepen;

· financieel draagvlak voor de realisatie van het project;

· beschrijving van de maatschappelijke voordelen en wie er bij de uitwerking en realisatie van dit projectbaat zou hebben;

· welke bijdrage levert het project aan dit leertraject.

Selectie investeringsfase

Een voorstel tot selectie van de (maximaal) 4 weerhouden kandidaten voor de investeringsfase wordt aan het college voorgelegd binnen 6 weken na verstrijken van de deadline van kandidaatstelling voor deze fase. Het voorstel wordt opgemaakt op basis van onderstaande criteria:

1. Motivatie en draagvlak (25%):

· Is er draagvlak voor dit project bij de betrokken partijen (ontwerper, eigenaar van de site, gebruikers van de site,…)?

· Welk financieel draagvlak is er voor de uitvoering van de investeringen en onderhoud achteraf?

2. Beoordeling van de ontwerpplannen (25%)

· Bieden de voorgestelde plannen een antwoord op de probleemstelling en passen ze binnen de visie op klimaatadaptatie zoals die geformuleerd is?

3. Projectrealisatie en timing (25%)

· Hoeveel van de geplande klimaatingrepen worden uitgevoerd?

· Is het realistisch om het plan te realiseren binnen het vooropgestelde tijdspad?

4. Stedelijke impact (25%)

· Wie heeft er baat bij de klimaatringrepen op deze bedrijfssite?

· Welke impact is er te verwachten op basis van de projectambities?

Indien er gedurende de looptijd van het leertraject een kandidaat wegvalt, behoudt de stad de mogelijkheid om de volgende kandidaat in de ranking te contacteren om in te stappen.

Bekendmaking en start investeringsfase

De stad geeft in de vorm van een gemotiveerde beslissing aan de kandidaat te kennen of het project al dan niet gekozen werd voor de investeringstoelage.

De ontvangst en de volledigheid van de ondersteuningsaanvraag wordt bevestigd binnen een termijn van 10 kalenderdagen met een ontvangstmelding.

Wanneer de ondersteuningsaanvraag onvolledig is, stuurt de stad of het district aan de aanvrager een melding waarin wordt meegedeeld dat de aanvraag onvolledig is en dat de nodige aanvullende informatie moet worden overgemaakt binnen een termijn van 7 kalenderdagen.

Als het dossier niet binnen de opgelegde termijn vervolledigd wordt zal de aanvraag worden geweigerd.

9. Beslissing

Alle ingediende projectdossiers worden door de administratie van de stad Antwerpen gecontroleerd op volledigheid. Alle volledige projectdossiers worden voorgelegd aan een onafhankelijke beoordelingscommissie. De commissie bestaat uit vertegenwoordigers van stad Antwerpen, vertegenwoordigers van organisaties die voor of met bedrijven werken, of expertise hebben in klimaatingrepen. Afhankelijk van de aard van de voorstellen kunnen zij zich laten bijstaan door externe experten.

10. Financiële ondersteuning

Het bedrag van de ondersteuning bedraagt maximum 87.500,00 EUR.

Ontwerpfase

Tijdens de ontwerpfase van het innovatietraject wordt een ontwerptoelage voorzien van maximum 7.500,00euro per project. De toelage zal nooit meer dan 100% van de gemaakte kosten bedragen. Het maximum te besteden budget voor alle projecten is 30.000,00 euro.

Volgende kosten komen in aanmerking voor de ontwerptoelage:

· het professioneel ontwerpen van klimaatingrepen;

· deelname aan vormingen gerelateerd aan klimaatrobuuste thema’s;

· deelname aan de trajectbegeleiding via de stad in het kader van dit leertraject.

De ontwerptoelage kan niet worden gebruikt voor:

· kosten die klaarblijkelijk niet marktconform zijn;

· professioneel ontwerp dat niet bijdraagt aan de klimaatrobuustheid van de bedrijfssite;

· ontwerpelementen die voor andere geplande werken al noodzakelijk waren;

· ingrepen die door van toepassing zijnde regelgeving al verplicht worden.

Investeringsfase

Het bedrag van de investeringsondersteuning gaat uit van een cofinanciering tot maximum 60% van de kosten met een maximum van 80.000,00 euro per project. Projecten waarvan de ambitie hoger ligt, kunnen tot 80% van de kosten inbrengen van klimaatingrepen die voldoen aan de voorwaarden voor de klimaatadaptatiebonussen zonder daarbij het maximumbedrag van 80.000,00 euro per project te overschrijden. De toelage mag worden gebruikt voor de uitvoering van klimaatrobuuste ingrepen zoals eerder beschreven.

De investeringstoelage mag niet worden gebruikt voor:

• werken of investeringen die klaarblijkelijk niet marktconform zijn;
• de aankoop of installatie van maatregelen die niet bijdragen aan de klimaatrobuustheid van de bedrijfssite of biodiversiteit of
• de aankoop of installatie van maatregelen die al noodzakelijk waren voor andere geplande ingrepen (zoals kosten van dakisolatie, klassieke zonnepanelen zonder extra functie) of door van toepassing zijnde regelgeving al worden verplicht;
• materialen zonder milieuvriendelijke eigenschappen zoals kunstgras.

De BTW komt maar voor betoelaging in aanmerking in de mate dat deze voor de kandidaat niet aftrekbaar is. Dit moet door de kandidaat worden aangetoond.

De werken worden binnen 12 maanden na het besluit voor toekennen van de investeringsondersteuning uitgevoerd.

11. Termijnen voor uitbetaling

De geselecteerde kandidaten voor de ontwerpfase ontvangen de ontwerptoelage na indienen en goedkeuren van de facturen van de gemaakte kosten tijdens deze fase. Het einde van de ontwerpfase is het moment waarop de facturen kunnen worden ingediend.

De investeringstoelage wordt uitbetaald na indiening de rapportage na het verstrijken van elke mijlpaal (3maanden, 6 maanden, einde der werken). Er kunnen extra mijlpalen worden toegevoegd als het project een langere uitvoeringstermijn heeft.

Wanneer aan het einde van het leertraject alle bewijsstukken werden ingediend, en goedgekeurd, wordt het projectdossier door de stad afgesloten. De deelnemer aan het leertraject krijgt hiervan een bevestigingsmail. Na het afsluiten van het projectdossier kunnen er geen bijkomende facturen worden ingediend.

Uitbetaling van beide toelages zal binnen 60 dagen na controle van de volledig ingediende (deel)rapportage gebeuren.

12. Niet-geldelijke ondersteuning

De kandidaat krijgt volgende ondersteuning:

• trajectbegeleiding bij deze oproep door stad Antwerpen. De trajectbegeleiding loopt zowel tijdens de ontwerpfase als tijdens de investeringsfase;
• begeleiding door een visie architect bij het scherpstellen van ambities op vlak van klimaatingrepen, bij de opmaak van een projectvisie en het concretiseren van de klimaatingrepen in een ontwerp;
• onderzoek naar de maatschappelijke kosten en baten van de voorgestelde klimaatingrepen door een extern adviesbureau;
• ondersteuning van eigenaar(s) en ontwerper(s) bij de opmaak van een gedetailleerd ontwerpplan(bouwfysisch advies, advies rond meest geschikte klimaatingrepen, inzet van verschillende innoverende technieken en systemen) van de klimaatingrepen door een expert in het thema (bijvoorbeeld een expertwaterbeheer bij klimaatingrepen met focus op infiltratie en hergebruik van hemelwater).

13. Rapportage

Bij afsluiten van de ontwerpfase wordt er gerapporteerd over de resultaten. Gedane kosten die in aanmerkingkomen voor de ontwerptoelage worden op dit moment ingediend.

Vanaf de start van de investeringsfase wordt er een voortgangsrapportage ingediend binnen de 30kalenderdagen na het verstrijken van een mijlpaal. De mijlpalen worden vastgesteld op 3 maanden, 6 maanden en einde der werken. Er kunnen extra mijlpalen worden toegevoegd als het project een langere uitvoeringstermijn heeft.

De eindrapportage over de uitgevoerde werken moet worden ingediend binnen 2 maanden na de realisatie.

De rapportage verloopt via een online aanvraagformulier en bevat minstens volgende elementen:

• het resultaat van de uitgevoerde werken;
• andere aangevraagde toelagen voor hetzelfde doel (indien nog niet aangegeven);
• een exacte omschrijving van de uitgevoerde ingreep of ingrepen met een aanduiding van het aantal vierkante meters op een schets van het perceel en het gebouw;
• foto’s van de situatie na uitvoering van de ingreep;
• een kopie van de facturen of kassabons van de betoelaagbare ingrepen. De bewijsstukken moetenvoldoende detail bevatten om de verschillende onderdelen van de investeringsondersteuning te kunnen controleren en toewijzen. Bij gebrek aan detail worden bijkomende bewijsstukken opgevraagd.

Verder wordt de volgende informatie over de technische kwaliteiten van de betoelaagbare activiteiten en ingrepen bijgevoegd:

• voor ontharden en vergroenen: een beschrijving van de uitgevoerde werken (opgebroken verharding en onderliggende lagen, ingrepen rond bodemzorg, de toegepaste teelaarde en type beplanting);
• technische omschrijving van het groendak met daarin minimaal opgenomen de laagopbouw, waterbergend vermogen, substraatdikte en (waar van toepassing) een bewijs dat het dak voldoendegeïsoleerd is;
• een technische omschrijving van het systeem voor hergebruik (inclusief de oppervlakte en type van de aangesloten daken, het gebruikersequivalent van het gebouw (volgens bijlage 1), het type kraan en het type toestel voor de basis afname, noodoverloop en de werking), de soort en inhoud van de hemelwatertank;
• een technische omschrijving van de infiltratievoorziening met daarin minimaal opgenomen de soortvoorziening, buffervolume, noodoverloop en de werking;
• voor waterbonus:

o een aanduiding van het aantal vierkante meters waarvoor men de bonus wil aanwenden met een technische omschrijving van de extra waterberging, -buffering, -vertraging, -verdamping op het dak, infiltratievoorziening of niet-grondgebonden groene gevelsysteem met daarin minimaal opgenomen:

§ het buffervolume (liter/m²) van het groendak, het retentiedak of de infiltratievoorziening;

§ het dagelijks regenwaterverbruik per m² van het niet-grondgebonden groene gevelsysteem;

§ de werking van de systemen;

o bij een grotere afname uit de hemelwaterput dan de basis afname: de inhoud van dehemelwatertank (m³ of liter) en de werking (inclusief de lijst van extra aangesloten toestellen).

Bij onvolledige of onduidelijke rapportage krijgt de aanvrager 30 dagen om die te vervolledigen.

14. Voor welke uitgaven mag de ondersteuning gebruikt worden

Volgende werken/activiteiten komen niet in aanmerking voor ondersteuning:

• herstel van bestaande klimaatrobuuste ingrepen;
• ingrepen aan gebouwen die niet vergund zijn of niet in overeenstemming zijn met de van toepassing zijnde regelgeving;
• het uitvoeren van potentieel betoelaagbare ingrepen bij nieuwbouw en verbouwen, zolang deze beperkt blijven tot de geldende bouwvoorschriften voor (her)nieuwbouw;
• de aanleg van kunstgras en waterdoorlatende of waterpasserende verhardingen (zoals grastegels, steenslag, klinkers met brede voeg) al dan niet met beplanting in verwerkt.

De ontwerptoelage kan niet worden gebruikt voor professioneel ontwerp dat niet bijdraagt aan de klimaatrobuustheid van de bedrijfssite of voor ontwerpelementen die voor andere geplande werken al noodzakelijk waren of ingrepen die door van toepassing zijnde regelgeving al verplicht worden. De BTW komt maar voor betoelaging in aanmerking in de mate dat deze voor de kandidaat niet aftrekbaar is. Dit moet door de kandidaat worden aangetoond.

15. Toepasselijke bepalingen

De wet van 14 november 1983 ‘betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen’ is van toepassing, evenals alle andere toepasselijke wettelijke regels.

Het Kaderbesluit basisprincipes ondersteuningsbeleid zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 26 oktober 2020 (jaarnummer 595).

16. Engagement taalgebruik

De ontvanger van de ondersteuning engageert zich om het belang van het gebruik van het Nederlands te erkennen bij het uitvoeren van de ondersteunde activiteiten en projecten.